Adaptief op de catechisatie

relatie

Een kleine tien jaar geleden begon ik als catecheet in de gemeente waar ik nu nog steeds lid ben. Inmiddels geef ik zelf geen catechisatie meer, maar ben ik als toeruster en ondersteuner werkzaam in het catecheseteam van deze gemeente. Af en toe krijg ik de gelegenheid via invalwerk op de werkvloer actief te zijn.

Lange tijd heb ik het catechesewerk los gezien van het werk dat ik dagelijks doe; lesgeven op een reguliere basisschool. Catechesewerk zag ik meer als clubwerk; een samenkomen van een groep jongeren die op een laagdrempelige manier met elkaar in gesprek zouden moeten gaan over bijbel, geloof en verbond. Waar ik in mijn dagelijks werk voortdurend aan het afstemmen was op verschillen tussen kinderen, kinderen actief betrok bij hun eigen leerproces en hen medeverantwoordelijk maakte voor het al dan niet halen van de gestelde doelen, ging het op de catechisatie vooral over het invullen van een uur samenkomen. Ik merkte in de loop van de jaren dat het uur steeds korter en de inhoud steeds oppervlakkiger werd. Jongeren gaven aan dat ze alleen kwamen omdat ze door hun ouders gestuurd werden; er was geen enkele andere reden waarom ze aanwezig waren.

Tijdens mijn pedagogiekstudie  is de omslag gekomen. In gesprekken met jongeren, maar ook met ouderen en ouders uit de gemeente en door het lezen van literatuur over burgerschapsvorming en nieuwe vormen van leren in het algemeen, ben ik tot de conclusie gekomen dat wat niet werkt in het onderwijs, ook niet werkt in de catechese… en andersom; de uitgangspunten van Adaptief onderwijs werken ook in de catechese. 

Adaptief onderwijs gaat over persoonlijke ontwikkeling van het kind en om participatie in de maatschappij. Ook in de catechese is het belangrijk om jongeren te helpen zichzelf te ontwikkelen. God heeft iedere jongere eigen gaven en talenten gegeven en daarmee is iedereen van belang in de gemeente en in Gods Koninkrijk. Daarnaast is het belangrijk om jongeren te helpen inzicht te krijgen in regels, tradities, waarden en normen die bij deze kerk, dit kerkgenootschap, horen. Als zij kiezen voor lidmaatschap van deze kerk, kiezen ze ook voor participatie in deze gemeente en hebben ze zich dus aan bepaalde afspraken te houden.

Juist in een kerkelijke gemeente zouden we oog moeten hebben voor het hart en de ziel van ieder gemeentelid, dus ook voor de jongere. En daarbij kunnen de drie uitgangspunten relatie, competentie en autonomie ons helpen.

Als je ervan uitgaat dat iedereen anderen nodig heeft om zichzelf te kunnen ontwikkelen (behoefte aan relatie) vraag ik me af of we er goed aan hebben gedaan de catechese aan grote vriendengroepen te veranderen in catechese aan kleine mentorgroepen. In kleine groepen ben je meer op elkaar aangewezen en voor veel jongeren zal het minder eng zijn om hun mening te geven. Aan de andere kant merk ik ook, – ik ben werkzaam op een zeer kleine school, waarin de leeftijdsgroepen niet groter zijn dan 8 leerlingen-, dat jongeren zich dan eerder conformeren aan de rest. Er zijn niet zoveel verschillende meningen en dus denk je eerder dat jouw mening er niet mag zijn.

Als je ervan uitgaat dat iedereen succeservaringen moet kunnen beleven (behoefte aan competentie) vraag ik me af waarom we niet vaker differentiëren in de catechese. Iedere jongere moet hetzelfde huiswerk maken en dezelfde opdrachten doen in de les. Voor de gemiddelde VWO leerling zit daar totaal geen uitdaging in, voor de gemiddelde VMBO-BK leerling gaat het boven de pet.

Als je ervan uitgaat dat iedereen het gevoel moet hebben werkelijk aandeel te kunnen leveren aan de wereld waarin hij leeft (behoefte aan autonomie) is het vreemd dat we niet vaker in gaan op de vragen die de jongeren zelf stellen; alleen maar omdat we dat nu niet hebben voorbereid. We volgen het boekje, maar de echte vragen die bij jongeren leven komen daarin vaak niet aan bod en zeker niet op het moment dat de vragen bij hen leven.

In de komende berichten wil ik nader in gaan op vormen waarin meer tegemoet gekomen kan worden aan de drie basisbehoeften van iedere jongere, ook tijdens de catechisatie.

Jantiene G.