Leren door verbinden

puzzle-1020431_960_720

In de tijd dat ik les gaf in de bovenbouw heb ik mij verbaasd over het feit dat de leerlingen de tafels niet kenden, terwijl ze iedere dag oefenden volgens mijn collega. Wij maakten daarvoor gebruik van het computerprogramma Ambrasoft. Bij het onderdeel Tafeltopper wordt iedere deelnemer een virtueel sprintertje. Tijdens het sprinten (wat je met meerdere kinderen in het land tegelijk kunt doen) krijg je tafelsommen in beeld. Daarvan moet je het antwoord zo snel mogelijk intoetsen. Degene die de meeste sommen in de kortste tijd goed maakt heeft gewonnen.

Onze leerlingen gaven aan hier erg goed in te zijn. Ook de leerkracht kon op de leerkrachtsite zien dat de leerlingen de sommen beheersten. En toch merkte ik er tijdens een rekenles in de groep niets van en zaten alle leerlingen me glazig aan te kijken als ik vroeg naar het antwoord op 3×4 of 6×8… Ik ben eens een kijkje gaan nemen bij de leerlingen die aan het tafeltopperen waren en ik was verbaasd te zien hoe snel ze daar wel de goede antwoorden op deze sommen in konden toetsen. Maar als ik daar tussendoor een zelfde som herhaalde moesten ze opnieuw het antwoord schuldig blijven.

Iedere dag vormen zich nieuwe hersencellen die allemaal in staat zijn om goed te kunnen leren. Maar de enige manier om die hersenen ook daadwerkelijk tot leren te brengen is om ze te verbinden met de bestaande structuren van hersenen. Als de nieuw gevormde hersenen alleen blijven staan zullen ze afsterven en daarmee sterft ook de kennis die in deze hersenen kortstondig was opgeslagen af.

Het verbinden van nieuwe hersenen met de bestaande structuren lukt alleen als het geheel aan hersenen stevig wordt uitgedaagd. Niet door moeilijke, maar op zichzelf staande stof (tafels, woordrijen, topografie), maar door bezig te zijn met de volle breedte en diepte van het dagelijks leven; met sociale contacten, met ingewikkelde maatschappelijke vraagstukken, met burgerschapsvorming!

Bewezen is dat wie fysiek met twee of drie anderen leerstof bespreekt en verwerkt de stof beter onthoudt dan wanneer twee of drie personen met elkaar via beeldscherm of toetsenbord chatten. Direct persoonlijk contact levert meer materiaal op om te verwerken dan alleen de lesstof, waardoor ook de lesstof beter opgeslagen wordt in de hersenstructuren.

De uitdaging voor het onderwijs ligt mijns inziens dan ook in de vraag hoe we enkelvoudige kennis kunnen verbinden met dagelijkse uitdagingen om er zo voor te zorgen dat de kennis die kortstondig is opgeslagen ook langdurig beschikbaar blijft.

Is tafeltopperen fout? Ik denk het niet. Het kan een van de vormen zijn om de kennis te trainen. Net zoals flitsen en tafelmemory. Wel ben ik van mening dat de leerlingen eerst met tafels gewerkt moeten hebben voordat ze gaan topperen. Snappen kinderen wat een vermenigvuldiging is? Hebben ze de hele tafel al eens op een rij gezet, geschreven, gezongen, gesproken? En als onderdeel van het automatiseren kun je dan naast andere activiteiten ook kiezen voor een computeractiviteit.

Soms lijkt het wel dat steeds meer kinderen remedial teaching of huiswerkbegeleiding nodig hebben. Veel van deze kinderen ‘leren anders’ dan op school gebruikelijk is, wordt dan gezegd. Ik denk echter dat wij anders zijn gaan lesgeven sinds de komst van digiborden. Halen we nog fysiek weegschalen in de klas? Nemen we nog huisdieren mee bij een biologieles? Laten we kinderen nog werk overschrijven van het bord? Tekenen wij nog in het zicht van kinderen tabellen en grafieken uit?

Ik merk als IB-er dat dit steeds minder gebeurt. En het waren juist al die verschillende benaderingen die zorgden voor verbindingen in de hersenen, waardoor ieder kind in staat was om echt te leren.

Kinderen helpen om te leren leren begint bij jezelf als leerkracht weer belangrijk te vinden. De leerkracht doet er toe als zij bereid is een klas op de kop te zetten en de fysieke materialen weer te omarmen.

Jantiene G.

Aanhoren of luisteren..?

aanhoren-of-luisteren

Aan het eind van een creatieve les met coöperatieve werkvormen leg ik de groep stil. We hebben een schooljaar lang geoefend hoe een goede actieve luisterhouding er uit ziet. Alle kinderen weten; ik zit stil, ik ben stil, ik heb mijn handen boven tafel en ze zijn leeg, ik luister en als ik een vraag heb stel ik die als juf klaar is met haar instructie (want misschien beantwoordt juf die vraag zonder dat ze gesteld is). Tijdens het geven van mijn opruimopdracht lijken alle kinderen betrokken te luisteren. Na mijn instructie hebben de kinderen drie dingen op te ruimen op een plek die ik duidelijk heb aangegeven. Er zijn geen vragen.

Er zitten 13 kinderen in mijn groep en tijdens het uitvoeren van hun opruimtaak komen ze alle 13 vragen waar ze de spullen moeten laten. Op alle 13 vragen geef ik hetzelfde antwoord: Dat vertel ik niet nog een keer, want dat heb ik net gezegd! Na 5 minuten is iedereen klaar en liggen alle spullen precies op de plek die ik had aangegeven. Ik heb met de kinderen besproken wat het verschil is tussen aanhoren en luisteren.

Vroeger werd gedacht dat hersenen zich in de eerste levensjaren ontwikkelen en na een bepaalde leeftijd alleen nog maar aftakelen. Inmiddels is bekend dat onze hersenen ons hele leven lang blijven aangroeien. Iedere aangegroeide hersencel kan alleen functioneel worden als het een verbinding vindt met andere al actieve hersencellen. Vindt de hersencel geen verbinding, dan sterft hij af. Onze herseninhoud groeit dus alleen als we zorgen dat ze kunnen verbinden; en daarvoor moeten we ze trainen.

De beste verbindingen worden gemaakt als we bezig zijn met niet-voorspelbare stof. Net als bij rekenen of taal waarbij kinderen verder komen als ze begrijpen waarvoor ze het nodig hebben. Kinderen die in staat zijn hun rekenkunde in te zetten in een aardrijkskundeles hebben die vakken goed geïntegreerd en komen uiteindelijk ook verder met de rekenkunde dan kinderen die deze integratie uit zichzelf niet maken.

Onze hersenen maken de beste verbindingen als wij bezig zijn met maatschappelijke problematiek. In eerdere blogs heb ik al eens geschreven over de basisbehoefte van de mens aan relatie. In de kennis over hersenontwikkeling wordt dit bevestigd; uiteindelijk houd je je hersenen actiever als je op je kleinkinderen past, dan wanneer je kruiswoordraadsels gaat spelen.

Maatschappelijke problemen, -de problemen die je tegenkomt als je met andere mensen om gaat-, zijn nooit volgens een vaste strategie op te lossen. Het doet een beroep op je creatief denkvermogen, op flexibiliteit en dat is zeer goed voor jonge hersencellen die zo gedwongen worden verbindingen te zoeken.

Hoe dieper zaken verwerkt worden, des te beter worden ze in het geheugen opgeslagen. Dat geldt voor je korte termijn geheugen en ook voor je lange termijn geheugen. Het is dus van groot belang dat kinderen (en volwassenen) na leren denken.

In een onderzoek naar Tablet-onderwijs wordt als voordeel genoemd dat kinderen direct feedback krijgen en daardoor in staat worden gesteld minder fouten te maken en sneller op een moeilijkere of andere opdracht over kunnen gaan.

Na het lezen van het boek van Manfred Spitzer (zie Voor wie meer wil lezen) zie ik dit meer als een nadeel. Als ik alle 13 kinderen één voor één nog een keer verteld had waar ze hun spullen moesten opruimen, dan was er in hun hersenen niets gebeurd. Ze hadden slechts aangehoord voor het moment en een volgende keer zou hetzelfde weer gebeuren. Nu hebben ze ontdekt dat luisteren betekent dat het antwoord al ergens in je hersenen opgeslagen moet liggen en dat jijzelf de mogelijkheid hebt om dat op jouw moment op te roepen. Ook als je eenzelfde taak een paar dagen later weer uit te voeren krijgt en de juf niet aanwezig is om te vertellen hoe je die uit moet voeren.

Wellicht kunnen kinderen tijdens één les via directe feedback verder komen, dan zonder directe feedback, maar de vraag is of ze na een paar dagen diezelfde stof nog steeds kennen en kunnen en dan zonder feedback.

Ik merk zelf in de klas, ook zonder tablets, dat als ik kinderen wen aan directe antwoorden op al hun vragen dat ze dan de volgende dag dezelfde vragen weer stellen. Pas als ik ze dwing zelf na te denken, ook over hun fouten, dan gebeurt er echt wat met de kennis en kunde van de kinderen en volgens mij is dát de basistaak van onderwijs; kinderen leren zelfstandig in de maatschappij te functioneren!

Jantiene G.