Betrokken leerlingen- 2

betrokkenheid 2

Wat kun je doen om de leerlingen betrokken te krijgen en te houden bij je les? In mijn vorige bericht heb ik genoemd dat het belangrijk is hoe leerlingen zich voelen. Door vaart in de les te houden kunnen ze niet wegdromen, door levendig les te geven blijven ze alert en door veiligheid te creëren zijn ze bereid zichzelf te geven. De tweede sleutel die Marzano noemt is de sleutel van interesse. En daar wil ik vandaag dieper op in gaan.

Op de PABO leerde ik dat iedere les begonnen moest worden met een pakkende inleiding. Deze inleiding moest aansluiten bij de belevingswereld van de kinderen zodat die ervoor zou zorgen dat kinderen geïnteresseerd waren in je les en betrokken bleven bij je les.

Tegenwoordig zeggen onderwijsdeskundigen dat je moet beginnen met het doel van de les, zodat kinderen weten wat ze gaan leren, daardoor minder voor verrassingen komen te staan en zo betrokken blijven bij de les.

Persoonlijk ben ik van mening dat het een utopie is om te denken dat kinderen geïnteresseerd zijn in het vinden van persoonsvormen en onderwerpen (om maar eens een saai onderwerp van een les te noemen) als je de zinnen maar plaatst in een context over bijvoorbeeld het schoolreisje of de meest dure trekker.

Ook heb ik gemerkt dat het noemen van een doel aan het begin van de les soms de verrassing van de les kapot maakt, waardoor het leereffect uiteindelijk minimaal blijkt te zijn. Denk dan eens aan die lessen waarbij je juist gebruik hebt gemaakt van pakkende inleidingen of materiaal.

Marzano maakt onderscheid tussen situationele interesse en persoonlijke interesse. Als een leerling persoonlijk geïnteresseerd is hoef je als leerkracht niet anders te doen dan te voeden; vragen beantwoorden, tijd en aandacht geven en de leerling vooral laten gaan.

Echter, er zijn maar weinig leerlingen op een basisschool die op die manier bij alles persoonlijk geïnteresseerd zijn. Je hebt dus meer te maken met de uitdaging om kinderen situationeel geïnteresseerd te krijgen. Het gaat er dan om de aandacht van de leerling te trekken door de situatie.

Dit kan op heel veel meer manieren dan alleen door die pakkende inleiding met aanschouwelijk materiaal.

1 Gebruik spelachtige activiteiten; Kinderen houden van competitie! Zo heb ik de afgelopen tijd gewerkt met succescriteria om de persoonsvorm goed te kunnen schrijven. Na een zelfstandige verwerking heb ik alle foute zinnen op het bord gezet en deden we een wedstrijdje: wie ziet het eerst bij welk succescriterium deze leerling in de fout is gegaan?

2 Organiseer meningsverschillen; bewezen is dat kinderen die werken in een groep waarin verschillen van mening zijn, meer leren dan kinderen in een groep waar iedereen het met elkaar eens is. Maar dan moet je als leerkracht wel loslaten dat kinderen alleen mogen praten als jij ze (na het opsteken van een vinger) de beurt hebt gegeven. Doug Lemov (Teach like a champion) noemt de techniek ‘Bliksembeurt’ de meest effectieve van al zijn technieken. Het gaat er in deze techniek om dat je alle kinderen regelmatig beurten geeft en niet te lang wacht tot iemand denkt het goede antwoord verzonnen te hebben. Door ‘Bliksembeurten’ kun je ook terugkoppeling aan andere leerlingen vragen: ‘Hij zei dit, ben jij het met hem eens? Wat vind jij er van?’

3 Maak nieuwsgierig, maar doe dit niet oppervlakkig. Met oppervlakkigheid wordt bedoeld dat er vaak een thema wordt bedacht dat zogenaamd nieuwsgierig maakt, maar dat feitelijk niets met de te leren doelen te maken heeft. De leerling heeft dit snel door, voelt zich genomen en haakt af. Nieuwsgierigheid moet dus echt gaan om het te leren doel en/ of de reden waarom het belangrijk is om dat doel te halen.

4 Maak gebruik van effectieve vraagtechnieken. Wij zijn vaak geneigd om één vraag te stellen en wanneer één kind daar adequaat op heeft geantwoord, dan zijn we tevreden. Dit daagt echter de rest van de groep niet uit om ook te denken. Maak daarom gebruik van coöperatieve werkvormen. Stel een vraag; laat kinderen daar met praatmaatje of in placematgroepje of op andere wijze over nadenken en koppel dan pas het antwoord terug naar de hele groep.

Wanneer je van deze manieren veelvuldig en afwisselend gebruik maakt zullen kinderen meer betrokken blijven bij de les. Ze zullen namelijk merken dat afdwalen niet kan, omdat ze steeds beurten krijgen en geactiveerd worden om mee te denken en antwoord te geven.

Jantiene G.

 

 

Plaats een reactie