Horton op de catechisatie..?

horton

Kent u Horton? Een olifant ten voeten uit; een goedzak, beetje sullig, maar één die gaat voor de zaak waarin hij gelooft.

Horton woont met veel andere typische jungle-dieren in Nool. Op een dag hoort hij stemmetjes vanaf een minuscule pluis. Hij kan de stemmetjes horen vanwege zijn grote oren, maar de overige dieren verklaren hem voor gek en willen de pluis afpakken, vernietigen, wegblazen…

Horton beschermt de pluis met zijn eigen leven en gaat op zoek naar een veilige plek waar deze kwetsbare pluis kan blijven voortbestaan.

Parallel aan dit verhaal over Nool en de jungle-dieren verloopt het verhaal van de  wereld op de pluis zelf. Horton probeert contact te krijgen met de bewoners en uiteindelijk krijgt hij reactie van de burgemeester van Whoville.

Om het leven van Whoville te kunnen redden is het nodig dat de inwoners van Nool gaan geloven dat er echt leven op de pluis is. En dan begint de uitdaging. De burgemeester van Whoville moet zijn inwoners overtuigen van het feit dat ze slechts leven op een kleine pluis en dat ze op dit moment beschermd worden door een levensgrote olifant…

… Ziet u de link met waar wij in geloofsopvoeding mee bezig zijn?

Hoe lastig is het om anderen te overtuigen van het bestaan van een grote God die de wereld met Zijn eigen leven beschermt. De meeste mensen hebben Hem nog nooit gezien en Zijn stem niet gehoord. Wie zegt dan dat het waar is? En waarom zouden we dit geloven?

Juist deze vragen zijn vaak onderwerp van gesprek bij jongeren. Ze worden voor gek verklaard als ze blijven zeggen dat het echt waar is dat God de wereld gemaakt heeft en dat we alleen kunnen leven door de adem van Zijn stem.

Sommigen zijn als Horton; ze blijven het geloven, simpelweg omdat zij wel de stem van God horen. Maar er zijn er ook die steeds meer moeite krijgen het te blijven geloven, omdat ze nooit enig bewijs daarvan zien.

Horton heeft mij al vaak geholpen om dit onderwerp laagdrempelig bespreekbaar te maken onder jongeren. Het is een animatiefilm waarvan ik aanneem dat het nooit de bedoeling is geweest die diepere laag er om die reden in te leggen. En juist daarom is deze film zo bruikbaar.

Veel media-materiaal dat speciaal voor en door jongeren is samengesteld om de leefwereld dichterbij de geloofswereld te brengen, wordt door jongeren gezien als ‘er bovenop gelegd’, ‘niet-realistisch’, ‘sociaal gewenst’ en ‘niet des jongere’. Zij prikken dus dwars door niet-authentiek materiaal heen, zoals ze ook dwars door niet-authentieke leiders heen prikken.

Het is belangrijk om als jongerenleider jezelf te blijven en te vertellen vanuit jouw beleving en jouw dagelijkse wereld. Het is net zo belangrijk om bij de keuze van materiaal gebruik te maken van eerlijk en authentiek materiaal… en soms kan dat gewoon een animatiefilm van de twentieth century fox animation zijn.

In 2008 verscheen Horton voor het eerst in de Nederlandse bioscopen. Op dit moment liggen de DVD’s voor een klein prijsje volop te koop in een bekende Nederlandse drogisterij.

Veel plezier!

Jantiene G.

Meervoudige intelligentie vanuit bijbels perspectief

GE DIGITAL CAMERA

De Nederlandse samenleving wordt ook wel eens omschreven als een kennismaatschappij. Onderzoek heeft aangetoond dat Nederland op de 10e en 11e plaats staat op de wereldranglijst als het gaat om taalvaardigheden en rekenvaardigheden. Ambitie van onze overheid is dat Nederland tenminste in de top 10 blijft staan.

Deze ambitie laat zien dat taal- en rekenvaardigheden heel belangrijk worden gevonden, maar ook dat vaardigheden op andere gebieden nauwelijks aandacht lijken te verdienen. Weliswaar worden scholen steeds vaker verantwoordelijk gesteld voor ontwikkeling van andere culturele vaardigheden, -onlangs werd zelfs het advies gegeven op school relatielessen te geven, omdat het aantal scheidingen zo toeneemt- , maar dit mag nooit ten koste gaan van resultaten op taal en rekenen, gelet op de steeds hogere eisen die aan een Cito-toets worden gesteld.

De vraag is echter of de mensheid zo bedoeld en ontworpen is. Heeft onze Vader in de hemel slechts mensen nodig die goed zijn in rekenen en taal? Zocht Hij vooral de intellectuele mensen uit om Hem van dienst te zijn? Ik heb me wel eens laten vertellen dat de eerste christengemeenten juist uit slaven en arbeiders bestonden en ook de keuze van Jezus voor Zijn volgelingen was niet gebaseerd op kennis van slechts taal en rekenen.

Toch hebben we ook de catechese (het geloofsonderwijs in protestantse kerken) vooral talig gemaakt. Veelal wordt dit traditioneel frontaal gegeven; de catecheet doceert, de catechisant luistert en vult waar nodig een lesje in. Ook vinden de meeste catecheten het nog steeds erg belangrijk dat er kennis gestampt wordt; als het niet de catechismus is, dan toch wel de bijbelboeken en bepaalde feiten.

Betekenisvol leren is leren waarbij de kennis wordt omgezet in de wens iets met die kennis te doen. Kennis is zeker belangrijk, maar het moet daar niet bij blijven. We moeten jongeren de kans geven om behalve met het hoofd ook te leren met het hart en met de handen.

In mijn vorige artikel heb ik iets verteld over Howard Gardner en zijn meervoudige intelligenties. Hij ziet deze intelligenties als vaardigheden om problemen op te lossen, om nieuwe problemen te ontdekken en om waardevolle producten te creëren.

Door in je catechese te werken vanuit de acht intelligenties kun je de jongeren ervan bewust maken dat ze allemaal uniek zijn, dat iedereen zijn mogelijkheden en beperkingen heeft en dat je elkaar daarbij verder kunt helpen.

Iedereen is van waarde en heeft iets over te dragen aan een ander. De één heeft meer parate kennis, de ander meer muzikale capaciteiten en weer een ander kan fantastische liturgische bloemstukken maken, maar ieder is nodig in de gemeenschap van God.

In Psalm 78:1-6 worden ouders opgeroepen hun kinderen te vertellen over de grote daden van hun Heer. Dit past bij de talige intelligentie.

In Exodus 12:1-11 krijgt het volk Israel opdracht ieder jaar weer het Pesachfeest te vieren; naspelen wat er bij de uittocht is gebeurd. Dit past bij de bewegingsintelligentie.

In Deuteronomium 31:19 zegt Mozes dat het volk een lied moet leren dat hen altijd bij zal blijven en herinnerd zal worden op momenten dat ze de boodschap daarvan vergeten lijken te zijn. Dit past bij de muziekintelligentie.

In Marcus 1:35 zoekt Jezus de stilte op om alleen te zijn en te kunnen bidden. Dit past bij de zelfintelligentie.

In Handelingen 2:43-47 zien we een gemeente die in alles deelde en samenwerkte. Dit past bij de samenintelligentie.

In Exodus 20:1-17 worden alle ge- en verboden die God aan het volk gaf samengevat in een ordening van 10 geboden. Dit past bij de rekenintelligentie.

In Jozua 4:1-9 geeft Jozua opdracht een gedenksteen op te richten in en naast de Jordaan. Dit past bij de beeldintelligentie.

In Genesis 2:19 mag Adam alle dieren rubriceren en van naam voorzien. Dit past bij de natuurintelligentie.

Al deze voorbeelden laten zien dat God zelf gebruik maakte van alle capaciteiten die Hij de mens gegeven heeft. Als we ons dat beseffen kunnen we mijns inziens niet anders dan dit ook binnen de catechese uitgangspunt laten zijn.

Jantiene G.

Goede burgers worden we niet vanwege een hoog IQ

samenwerken

Het Platform Onderwijs2032 kwam de afgelopen week met een voorlopig advies gericht op het onderwijs in 2032. In het onderwijs gaat het volgens dit advies steeds meer draaien om vaardigheden waarmee je in de maatschappij deel kunt nemen en steeds minder om feitenkennis om de kennis zelf.

Het advies is niet vreemd en komt ook niet zomaar uit de lucht vallen. Op dit moment staan onderwijsbladen vol met artikelen en scholingen om 21ste eeuwse vaardigheden in te voeren. Om in de 21ste eeuw goed te kunnen functioneren hebben we cognitieve vaardigheden en conatieve vaardigheden nodig.

Bij cognitieve vaardigheden moeten we niet denken aan parate kennis, maar aan de wijze waarop we om gaan met de kennis en informatie die toch wel naar ons toekomt. Het gaat om de wijze waarop we complexe problemen benaderen en het gaat om het creëren van modellen waarbinnen deze informatie toegepast kan worden op een wijze die past bij onze taak.

Bij conatieve vaardigheden draait het om de sociale omgang met de wereld om ons heen. Wie ben ik? En wie mag ik zijn voor de ander? En wie mag de ander zijn voor mij?

Op 30 april 2013 heeft Koning Willem Alexander al een schot voor de boeg van het Platform Onderwijs2032 gegeven. Hij zei dat de hoop van ons land schuilt in het samenspel van alle mensen met hun eigen talenten, klein en groot. Hij wilde de mensen aanmoedigen actief gebruik te maken van de mogelijkheden die ze hebben.

Wanneer deze wens werkelijk opdracht mag zijn, is het mijns inziens ook niet meer terecht als iedereen langs eenzelfde cognitieve lat wordt gelegd voordat ze deel mogen nemen aan die maatschappij waar iedereen nodig is zoals hij is.

Is een hoog IQ of veel kennis voorwaarde om een leuk, goed en sociaal mens te zijn? Als ik om mij heen kijk zou ik juist het tegendeel beweren. En kijk ik in mijn eigen werkkring, het onderwijs, dan moet ik opmerken dat de beste sociaal en op kinderen betrokken stagiaires de kans niet meer krijgen leerkracht te worden, omdat ze bij aanvang van de opleiding niet genoeg reken- en taalvaardigheden beheersen om in aanmerking te komen voor de opleiding.

Wat is het fijn dat het Platform Onderwijs2032 nu tot andere inzichten is gekomen! Inzichten die niet perse nieuw zijn, maar wel vernieuwend zijn.

Waar tot nu toe in het onderwijs vooral gekeken wordt naar reken- en taalvaardigheden, mogen we vanaf 2032 de overige intelligenties van de mens net zo belangrijk, of zelfs belangrijker, gaan vinden.

In 1999 schreef Howard Gardner een boek over meervoudige intelligenties voor de 21ste eeuw. Naast reken- en taalkundigheid heeft ieder mens ook kundigheid in muziek, in beweging, in beeld, in natuur, in samenwerken en in inzicht in zichzelf. Tot op heden is onderwijs vooral gericht op reken- en taalkundigheid en worden leerlingen slechts daarop afgemeten. Toch lijkt het voor de 21ste eeuw belangrijk dat ook die andere zes kundigheden een plek krijgen in het structurele onderwijs. En ja, dan zullen reken- en taalaanbod daarvoor ook plaats dienen te maken.

Tegen al die afgewezen studenten wil ik zeggen: Houd moed! Wij hebben jullie straks hard nodig, want wij zijn vooral toegerust in feitenkennis en resultaatgericht onderwijs. Maar ik denk dat met jullie inbreng het onderwijs aantrekkelijker wordt voor alle kinderen en dat passend onderwijs wel eens makkelijker uitvoerbaar zal gaan worden…

Jantiene G.